Vermogensbeheer
Sprookjes in de
beleggingswereld
Veel verhalen in de beleggingswereld blijken achteraf sprookjes te zijn. Jarenlang hebben beleggingsadviseurs verkondigd dat op aandelen rendementen mogelijk zijn van ruim 10% per jaar. Hun beloften aan beleggers waren gebaseerd op een korte historie. De afgelopen 10 jaar kwam deze verwachting bepaald niet uit. Recentelijk hebben pensioenfondsen moeten toegeven dat ook zij jarenlang in sprookjes hebben geloofd. Zij beleggen weliswaar grotendeels in obligaties, maar ook daarin zijn de rendementen lang niet zo hoog als verondersteld. Het gevolg is teleurstelling en woede.
De oorzaak voor het ontstaan van verkeerde verwachtingen is eenvoudig. Veel beleggingsadviseurs kijken niet naar lange tijdreeksen en vergeten tevens rendementen te corrigeren voor inflatie. Terwijl dat voor een belegger juist cruciaal is. Om werkelijk vermogensgroei te realiseren is immers een rendement nodig gelijk aan inflatie + belastingen + kosten + netto groei. Bovendien moeten strategieën niet worden gebaseerd op louter historische getallen, maar eerder op verwachtingen over toekomstige economische groei. Zo ontstaat een fundamenteel betere beleggingsaanpak.
Terug naar de basis
Door tegenvallende rendementen worden beleggers nu gedwongen om na te gaan met welk doel men het vermogen belegt. Kunnen deze gestelde doelen eigenlijk überhaupt wel behaald worden? Deze vraag is met name actueel voor beleggers die hun vermogen gebruiken als bron van inkomen, pensioenfondsen met verplichtingen en stichtingen die jaarlijks doneren aan uiteenlopende doelen. Zij hebben te maken met een vermogen dat door continue uitgaven cq. verplichtingen zwaar ingeteerd is. Deze kasstromen zijn niet gecompenseerd door positieve beleggingsresultaten, integendeel. Dit dwingt hen na te gaan of het niveau van onttrekkingen geen bijstelling behoeft en welke verwachtingen men heeft van het rendement.
De lange termijn telt!
Het uitstippelen van een strategie dient altijd gepaard te gaan met het stellen van realistische rendementsverwachtingen. In de bijgaande grafiek is een zeer lange historie als uitgangspunt genomen. Hier ziet u dat Amerikaanse aandelen op langere termijn flink gestegen zijn. Het gemiddeld rendement bedraagt 8,35% per jaar wat neerkomt op een rendement van 6,5% per jaar boven inflatie. Een start met $ 1 in 1928 is eind 2009 $ 660 waard. In de grafiek is ook de inflatie zichtbaar. Als gevolg van inflatie is in 2009 $ 13 nodig om hetzelfde te kunnen kopen met $ 1 in 1928.
Er zijn echter langere periodes waarin er nauwelijks rendement of zelfs een negatief rendement te behalen viel. Dat geldt voor de 30-er jaren en de Tweede Wereldoorlog, maar ook het afgelopen decennium (met internetbubbel en de kredietcrisis). Een
belegger die in deze periodes in aandelen heeft belegd zal met minder rendement
genoegen moeten nemen óf meer geduld moeten hebben.
Slimmer dan de markt?
Op korte termijn zijn rendementen afkomstig van koersfluctuaties als gevolg van marktsentiment. Een belegger die op korte termijn zijn doel wil behalen, zal op het juiste moment van aandelen naar obligaties moeten overstappen of andersom. Of hij dient de juiste fondsen te selecteren waarmee hij de markt verslaat. Een groot gedeelte van de financiële wereld verdient hier de kost mee en probeert -zonder veel succes- slimmer te zijn dan de markt.
Alles draait om
economische groei
Een belegger met meer geduld kan terugvallen op het gegeven dat rendementen altijd de neiging hebben naar een gemiddelde te tenderen (mean reversion). Koersen bewegen zich uiteindelijk rondom een trend, die bepaald wordt door de economische groei in de wereld. Uiteindelijk is dit bepalend voor de waardestijging van allerlei waarden. Voor het bepalen van rendementen is het daarom van belang goed te letten op de economische groeicijfers. Omdat onduidelijk is hoe de economische groei in de wereld zal zijn, is het moeilijk met grote zekerheid een voorspelling te doen van de lange termijn rendementen per beleggingscategorie.
Koopkracht als uitgangspunt
In bijgaande tabel zijn twee scenario’s opgenomen. Een scenario gebaseerd op het verleden en een scenario met lagere rendementen vanwege (mogelijk) langdurig minder economische groei.
De verwachtingen zijn uitgedrukt in termen van inflatie plus een opslag. Een belegger wil uiteindelijk dat zijn vermogen minimaal de koopkracht behoudt. Daarom is een belegger feitelijk alleen maar geïnteresseerd in de ‘premie’ die hij krijgt bovenop de inflatie.
Deze verwachtingen bieden de juiste basis om een strategie uit te stippelen. Uiteraard moet dan ook bekeken worden wat de risico’s zijn en of u deze risico’s kunt dragen. Verder zal niet iedere belegger genoeg vermogen hebben om bijvoorbeeld in private equity te investeren, kortom de beperkingen moeten ook helder zijn. De VermogensMeesters verkoopt geen sprookjes, maar wij staan voor een nuchtere en realistische aanpak die leidt tot het realiseren
van de doelen en wensen van onze klanten. Bent u nieuwsgierig naar wat wij u kunnen
bieden? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
www.devermogensmeesters.nl
info@devermogensmeesters.nl
oost-gelderland business | nummer 4 | september 2010
Figuur 1: Rendement
aandelen en inflatie
Beleggingscategorie
Scenario I
Conform historie
Scenario II
Minder econ. groei
Private equity
Aandelen
Vastgoed
Grondstoffen
Obligaties
Liquiditeiten
Inflatie + 8,0 %
Inflatie + 6,0 %
Inflatie + 3,0 %
Inflatie + 0,5 %
Inflatie + 2,0 %
Inflatie - 1,0 %
Inflatie + 7,0 %
Inflatie + 5,0 %
Inflatie + 2,0 %
Inflatie
Inflatie + 1,0 %
Inflatie - 1,0 %
Figuur 2 Lange termijn Rendementsverwachtingen
De oorzaak voor het ontstaan van verkeerde verwachtingen is eenvoudig. Veel beleggingsadviseurs kijken niet naar lange tijdreeksen en vergeten tevens rendementen te corrigeren voor inflatie. Terwijl dat voor een belegger juist cruciaal is. Om werkelijk vermogensgroei te realiseren is immers een rendement nodig gelijk aan inflatie + belastingen + kosten + netto groei. Bovendien moeten strategieën niet worden gebaseerd op louter historische getallen, maar eerder op verwachtingen over toekomstige economische groei. Zo ontstaat een fundamenteel betere beleggingsaanpak.
Terug naar de basis
Door tegenvallende rendementen worden beleggers nu gedwongen om na te gaan met welk doel men het vermogen belegt. Kunnen deze gestelde doelen eigenlijk überhaupt wel behaald worden? Deze vraag is met name actueel voor beleggers die hun vermogen gebruiken als bron van inkomen, pensioenfondsen met verplichtingen en stichtingen die jaarlijks doneren aan uiteenlopende doelen. Zij hebben te maken met een vermogen dat door continue uitgaven cq. verplichtingen zwaar ingeteerd is. Deze kasstromen zijn niet gecompenseerd door positieve beleggingsresultaten, integendeel. Dit dwingt hen na te gaan of het niveau van onttrekkingen geen bijstelling behoeft en welke verwachtingen men heeft van het rendement.
De lange termijn telt!
Het uitstippelen van een strategie dient altijd gepaard te gaan met het stellen van realistische rendementsverwachtingen. In de bijgaande grafiek is een zeer lange historie als uitgangspunt genomen. Hier ziet u dat Amerikaanse aandelen op langere termijn flink gestegen zijn. Het gemiddeld rendement bedraagt 8,35% per jaar wat neerkomt op een rendement van 6,5% per jaar boven inflatie. Een start met $ 1 in 1928 is eind 2009 $ 660 waard. In de grafiek is ook de inflatie zichtbaar. Als gevolg van inflatie is in 2009 $ 13 nodig om hetzelfde te kunnen kopen met $ 1 in 1928.
Er zijn echter langere periodes waarin er nauwelijks rendement of zelfs een negatief rendement te behalen viel. Dat geldt voor de 30-er jaren en de Tweede Wereldoorlog, maar ook het afgelopen decennium (met internetbubbel en de kredietcrisis). Een
belegger die in deze periodes in aandelen heeft belegd zal met minder rendement
genoegen moeten nemen óf meer geduld moeten hebben.
Slimmer dan de markt?
Op korte termijn zijn rendementen afkomstig van koersfluctuaties als gevolg van marktsentiment. Een belegger die op korte termijn zijn doel wil behalen, zal op het juiste moment van aandelen naar obligaties moeten overstappen of andersom. Of hij dient de juiste fondsen te selecteren waarmee hij de markt verslaat. Een groot gedeelte van de financiële wereld verdient hier de kost mee en probeert -zonder veel succes- slimmer te zijn dan de markt.
Alles draait om
economische groei
Een belegger met meer geduld kan terugvallen op het gegeven dat rendementen altijd de neiging hebben naar een gemiddelde te tenderen (mean reversion). Koersen bewegen zich uiteindelijk rondom een trend, die bepaald wordt door de economische groei in de wereld. Uiteindelijk is dit bepalend voor de waardestijging van allerlei waarden. Voor het bepalen van rendementen is het daarom van belang goed te letten op de economische groeicijfers. Omdat onduidelijk is hoe de economische groei in de wereld zal zijn, is het moeilijk met grote zekerheid een voorspelling te doen van de lange termijn rendementen per beleggingscategorie.
Koopkracht als uitgangspunt
In bijgaande tabel zijn twee scenario’s opgenomen. Een scenario gebaseerd op het verleden en een scenario met lagere rendementen vanwege (mogelijk) langdurig minder economische groei.
De verwachtingen zijn uitgedrukt in termen van inflatie plus een opslag. Een belegger wil uiteindelijk dat zijn vermogen minimaal de koopkracht behoudt. Daarom is een belegger feitelijk alleen maar geïnteresseerd in de ‘premie’ die hij krijgt bovenop de inflatie.
Deze verwachtingen bieden de juiste basis om een strategie uit te stippelen. Uiteraard moet dan ook bekeken worden wat de risico’s zijn en of u deze risico’s kunt dragen. Verder zal niet iedere belegger genoeg vermogen hebben om bijvoorbeeld in private equity te investeren, kortom de beperkingen moeten ook helder zijn. De VermogensMeesters verkoopt geen sprookjes, maar wij staan voor een nuchtere en realistische aanpak die leidt tot het realiseren
van de doelen en wensen van onze klanten. Bent u nieuwsgierig naar wat wij u kunnen
bieden? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
www.devermogensmeesters.nl
info@devermogensmeesters.nl
oost-gelderland business | nummer 4 | september 2010
v.l.n.r.: Eric de Vrij,
IJs van Leijen, Arnoud Vos