Werknemers met een beperking krijgen loonwaardesubsidie van de gemeente om hun lagere productiviteit te compenseren. Toch moet het bedrijf dat ze in dienst neemt bij het uitleveren van de orders dezelfde kwaliteit op tafel leggen als de concurrentie, en een even aantrekkelijke prijs hanteren. Lijstenmakerij Martin bewijst al enkele jaren hoe menselijke beperkingen kunnen worden omgezet in persoonlijke en bedrijfsmatige groei. In tien jaar tijd breidde het bedrijf uit van een eenmanszaak tot een organisatie met vijfenveertig medewerkers, van een kleine producent tot een van de toonaangevende leveranciers voor het middensegment van de markt.
Tekst: Jeroen Kuypers Fotografie: Marcel Krijgsman
Bureaucratisering, dat is het grote gevaar voor een bedrijf als zijn lijstenmakerij, vindt directeur-eigenaar Martin Morsink. “Ik ben nog steeds het grootste deel van de dag op de werkvloer te vinden. Ik zie wat iedereen doet, waar het vast dreigt te lopen en waar een handje extra nodig is. Werken met mensen met een beperking betekent enerzijds vertrouwen geven en anderzijds blijvend begeleiden. Als ik me het merendeel van de tijd op ga sluiten in een kantoor, doe ik iedereen tekort.”
DANKZIJ DE PARTICIPATIEWET
En dus wordt de lijstenmakerij gekenmerkt door een platte organisatie. Illustratief daarvoor is het feit dat het bedrijfsgebouw in het Achterhoekse Neede geen verdieping heeft en nauwelijks binnendeuren. De ondernemer en de drie begeleiders bewegen zich vrijelijk van het kantoor naar het magazijn, van de zagerij naar de assemblagewerkplaats, en weer terug. Tot aan de grote recessie van 2008 was er een ander bedrijf in het pand gehuisvest. Er werd vooral hout gedraaid voor de bouwsector. Het maken van lijsten voor posters en schilderijen was toen niet meer dan een onderdeel. Als gevolg van de crisis werd iedereen ontslagen. Martin Morsink leidde toen de inpandige lijstenmakerij en mocht die van zijn toenmalige werkgever overnemen. Hij ging als kleine zelfstandige verder. “Ik had af en toe een stagiair, maar dat was het. Op een bepaald moment begon het aantal orders echter zo sterk te groeien dat ik een strategie moest bedenken om die vraag aan te kunnen. Dat was in het jaar dat de Participatiewet erdoor kwam. Ik heb mijn visie 'de vier jaargetijden' genoemd, het beleid erbij uitgeschreven en het geheel met de gemeente besproken.”

EXTRA MOTIVATIE
Martin Morsink koos resoluut voor een groep die uit de sociale werkvoorziening kwam. De deuren van de SW bedrijven werden gereorganiseerd, een hele categorie moest zijn weg vinden naar het reguliere bedrijfsleven. Hij kende de SW-instellingen bovendien goed vanuit zijn familie. “Ik heb twee ooms die er hebben gewerkt en ik heb ook een oom die er directeur van is geweest. Hij is momenteel als interim-directeur aan mijn bedrijf verbonden. Eén van mijn eigen zonen heeft een beperking, dus ik was extra gemotiveerd om een plan te ontwerpen waarbij ik het bedrijf zou laten groeien door vrijwel uitsluitend werknemers met een beperking aan te werven. Mijn achterliggende gedachte daarbij was dat er altijd werk zal moeten zijn voor deze groep, dat ik dus ook een voorbeeld zou kunnen zijn voor toekomstige werkgevers.”
FLEXIBELER WORDEN
De strategie van Lijstenmakerij Martin stoelt op twee pijlers: subsidie om de lagere productiviteit van deze werknemers financieel te compenseren en arbeidsontwikkeling. Of iemand nu binnenkomt op basis van dagbesteding of re-integratie maakt voor Martin Morsink niets uit. Hij en zijn team hebben oog voor de verborgen talenten en vaardigheden. Een goed voorbeeld is een jongen vanuit het SO met autisme. “We liepen door het bedrijf en hij toonde belangstelling voor de zaagmachine. Zo’n signaal pik ik altijd op, want wat ze zelf leuk vinden maakt de beste kans op succes. Hij is rustig begonnen, waarbij al snel bleek dat het obstakel niet zijn handigheid was maar zijn gebrek aan flexibiliteit. ‘Even’ omschakelen op een ander product zat er niet in. En toch is hij geleidelijk flexibeler geworden, met als resultaat dat ik nu een prima vakman aan de zaagmachine heb staan, en zelfs een tweede ernaast. Ze vormen bovendien een duo dat heel sterk op elkaar is ingespeeld.”
ALTIJD VOLDOENDE RESERVE
Andere werknemers evolueerden in andere richtingen. Maar ook dan blijven ze hun gebruiksaanwijzing houden. “De minste stress heeft veel meer effect op een medewerker mét dan op een zónder een beperking”, aldus Martin Morsink. “Ook de ouderdom met al zijn kwaaltjes slaat eerder toe. Als dat bij een standaard werknemer zo rond de zestig begint, dan is dat bij deze groep ruim vijf jaar eerder. Ik moet er rekening mee houden dat bij sommigen al in de middag de fut eruit is; ik moet er ook rekening mee houden dat sommige jongeren zich tot druktemakers en aandachttrekkers kunnen ontpoppen, tenzij wij tijdig en kordaat ingrijpen. Het leidt allemaal tot vertraging en als er een order moet worden geleverd, kun je die vertraging echt niet gebruiken. Daarom is die loonwaardesubsidie zo essentieel. Die stelt ons in staat voldoende mensen aan te werven, zodat we altijd reservecapaciteit hebben om een vertraging in te lopen. Want aan het eind van die dag, week of maand moet die order van honderd, vijfhonderd of duizend lijsten de deur uit.”

‘NORMALISERING’
Sociaal ondernemerschap vereist geduld en de bereidheid na het vallen altijd weer het opstaan te zien. Onderaan de streep is het resultaat ook jaar na jaar positief, in financieel maar ook in menselijk opzicht. Mensen die op de werkvloer aan zelfvertrouwen en waardering winnen doen dat ook in hun privéleven. Geregeld groeit een werknemer naar een deeltijdse vaste betrekking en wordt de sociale uitkering omgezet in een stuk salaris dat wordt aangevuld met een loonwaardesubsidie. Wanneer Morsink daarin slaagt, doet hij precies wat de opstellers van de Participatiewet vijf jaar geleden als ultiem doel voor ogen stond: het ‘normaliseren’ van werknemers met een beperking.
DISCIPLINERING
De keerzijde van deze sociale aanpak is de disciplinering van de markt. De consument die in de winkel een lijst koopt voor zijn reproductie, ziet niet hoe deze is geproduceerd. Hij heeft enkel oog voor de kwaliteit en vooral de prijs. De groothandel aan wie Lijstenmakerij Martin levert weet natuurlijk wel hoe het productiebedrijf is georganiseerd, maar kan daaraan geen meerwaarde ontlenen bij het overtuigen van zijn eigen klant, de winkelier. Het succes van Lijstenmakerij Martin staat of valt in laatste instantie dus met de prijs/kwaliteitverhouding van zijn lijsten. “Er zijn grenzen aan het concurrerend vermogen van dit sociale model”, zegt Martin Morsink. “Ik kan niet leveren voor de onderkant van de markt, waar de hoogste aantallen voor de laagste prijs over de toonbank moeten gaan, en dus zul je onze lijsten nooit bij de Zweedse keten vinden. Maar in het middensegment, waar prijs en kwaliteit er in gelijke mate toe doen, hebben wij inmiddels onze plek gevonden. We leveren aan groothandels in het westen, noorden en zuiden van het land. Als ik zie waar we vandaan komen – ik in mijn eentje aan de machines- en waar we nu staan, met vijfenveertig kerstpakketten voor de collega’s, dan besef ik dat we niet alleen hebben bewezen dat dit model werkt, maar ook dat we nog steeds ruimte hebben voor groei.”
DE IDEALE ACHTERGROND
Bij de term ‘beperking’ denken we automatisch aan een verstandelijke maar het scala is in werkelijkheid bijzonder breed. Bij Lijstenmakerij Martin werkt bijvoorbeeld ook iemand met een visuele beperking en een begeleider die er via een reïntegratietraject tweede spoor is beland. Ron was vele jaren teamleader bij een schoonmaakbedrijf. Hij werkte altijd ’s avonds en vaak meer dan vijf dagen in de week. “Dat heeft me na dertig jaar mijn huwelijk gekost”, zegt hij. “Want mijn vrouw werkte bij hetzelfde bedrijf, maar dan overdag. Er waren dagen dat we elkaar alleen even ‘dag’ zeiden bij de toegangsdeur van het bedrijf. Een zware burn-out was het gevolg en de combinatie van ellende thuis en op het werk zorgde ervoor dat ik er maar niet uit raakte. Mijn hobby’s zijn fotografie en houtbewerking. Toen de bedrijfsarts erop aandrong dat ik ze weer opnam, stond ik op een avond versuft van de kalmeringsmiddelen aan de zaagmachine en merkte aanvankelijk
zelfs niet dat ik mijn duim had afgezaagd. Niets hielp. Na twee jaar werd ik honderd procent afgekeurd.” En toch verlangde Ron er naar zijn duimen weer positief in de lucht te kunnen steken. Hij ging vrijwilligerswerk doen bij Lijstenmakerij Martin. Met zijn ervaring als teamleader en zijn hobby als houtbewerker had hij de
ideale achtergrond voor het begeleiden van Martin Morsinks werknemers. “Ik begon met twee uur in de week en toen het wederzijds bleek te bevallen hebben we het, in overleg met het UWV, geleidelijk uitgebouwd. Nu ben ik hier gemiddeld drie dagen in de week. Ik slik geen medicijnen meer en voel me veel beter dan een jaar terug, maar ik houd ‘een’ beperking en dat is een grote gevoeligheid voor stress. Wordt het te druk, dan moet ik naar huis. Ik hoop dat mijn mentale herstel aanhoudt en dat ik op termijn blijvend in de lijstenmakerij aan de slag kan. Een deel van mijn zelfvertrouwen is alweer terug, nu mijn veerkracht nog.”
www.lijstenmakerijmartin.nl
Op de hoogte blijven van onze updates?