Tekst mart rienstra fotografie JAN DE KONING
voetbal
“Voetbal zit nog lang niet aan haar plafondâ€
Waar menig voetbalclub niet in slaagt, lukt de KNVB wel: de voetbalbond maakt winst. In 2010 profiteerde de sectie betaald voetbal maximaal van de prestaties van het Nederlands Elftal in Zuid-Afrika. “Door onze finaleplaats op het WK hebben we hoge premies van de FIFA ontvangen. Bovendien hebben we slim ingekocht en bespaard op hotelkosten, tickets et cetera.†Toch waakt Van Oostveen voor al te grote euforie de komende jaren. “Voor een sluitende exploitatie zijn de inkomsten van Oranje uit toernooien essentieel. Gelukkig hebben we ons weer geplaatst voor het EK. Al te grote angst voor het komende boekjaar hebben we daarom niet.†Maar de jaren daarna zijn onzeker. Zoals het doen van voorspellingen in de voetballerij altijd hachelijk is. “Daarom houden wij als KNVB de hand op de knip. Dat lijkt verstandig en past goed bij de huidige economische situatie van met name het betaalde voetbal.â€
Grote klappers
Daar is het de sectie betaald voetbal van de KNVB vooral om te doen: een gezonde Eredivisie en Jupiler Leaque. De KNVB-
directeur hoopt dat binnen drie jaar te bereiken. Vorig seizoen bedroeg het gezamenlijke verlies van de achttien Eredivisieclubs nog 72 miljoen euro. “Maar dat beeld was vertekend en werd voor een belangrijk deel bepaald door een klein aantal clubs, zoals PSV en Vitesse.†De nieuwe cijfers van de Eredivisie CV over seizoen 2010/2011 tonen inderdaad verbetering, over de hele linie. ‘Maar ook ruim 58 miljoen euro verlies is nog steeds veel te veel.†Toch is de opwaartse lijn gevonden, vindt de optimist Van Oostveen. “Helaas gaat dalen nu eenmaal sneller dan stijgen en werkt het economisch tij bepaald niet mee. Hierdoor is het aantal transfers beperkt en zijn er vooral minder grote klappers. En juist van die grote klappers profiteerden Nederlandse clubs vroeger optimaal.â€
Hoog salarishuis
Tegelijkertijd constateert hij een toegenomen bewustwording bij BVO’s. “Dat heeft ook te maken met de kwaliteiten en capaciteiten van de clubbestuurders. In tegenstelling tot wat je nog wel eens ziet bij buitenlandse verenigingen regeert in de Eredivisie gelukkig de ratio.†Clubs zoeken inventief naar manieren om de exploitatie rond te krijgen. In dat verband is Van Oostveen tevreden met de afzwakking van de honoraria. “We zien over de volle breedte dat minder geld wordt uitgegeven aan spelerssalarissen.†Toch is het salarishuis bij de meeste clubs nog altijd te hoog. “Dáár ontstaan de meeste problemen. En vaak voor een langere periode, omdat contracten voor meerdere seizoenen worden afgesloten.â€
Value for money
Hoewel de KNVB op diverse terreinen de helpende hand biedt, moeten clubs zelf hun eigen inkomsten regelen. Daarbij is een incidentele miljoenentransfer slechts één aspect. “Wat wij in Nederland relatief goed doen – zeker internationaal gesproken – is sponsoring. De clubs handelen proactief op het gebied van shirtreclame, businessseats en skyboxen. Helaas bevindt ons land zich op dit moment in een crisis en zal menig mkb-ondernemer de hand even op de knip houden. En juist van dit soort bedrijven zijn onze clubs financieel afhankelijk.†Daarom adviseert de KNVB een andere benadering van het bedrijfsleven. ‘Ondernemers willen nog steeds value for money, maar dat gaat tegenwoordig verder dan uitsluitend naamsbekendheid.†Volgens de KNVB-preses draait het om beleving en maatschappelijke waarde. “Daarvoor moet het product in al haar facetten aantrekkelijk zijn: van parkeervoorzieningen tot openbaar vervoer, van de prestaties op het veld tot de bitterbal na afloop, maar ook in relatie tot aspecten als veiligheid en maatschappelijke betrokkenheid.â€
Wie betaalt wat?
Vooral deze laatste punten bepalen volgens Van Oostveen steeds meer het imago van een club en de mate van verbinding met supporters en sponsors. “Daarom zijn zowel clubs als de KNVB van mening dat orde en veiligheid in het stadion tot onze verantwoordelijkheid behoren. Maar opstootjes buiten het stadion; zijn wij daar ook aansprakelijk voor? Nee toch. Dan kun je niet zomaar de rekening van politieinzet bij clubs neerleggen. Wangedrag van zogenaamde supporters is een maatschappelijk probleem. Dat verdient een gezamenlijke aanpak, waarbij de focus moet liggen op bestrijding van het probleem. Niet op de discussie: wie betaalt wat?†Van Oostveen verwijst naar de thuiswedstrijd van FC Utrecht in december tegen FC Twente. “De dag erna hebben burgemeester, politie, clubs en KNVB meteen de koppen bij elkaar gestoken en keiharde afspraken gemaakt voor de toekomst.â€
De kansen voor de KNVB om voetbal een nog prominentere positie te geven, liggen vooral in het vrouwenvoetbal. Met 125.000 leden is deze tak in Nederland het snelst groeiend. Toch spelen slechts zeven clubs in de vrouwen-eredivisie en zijn de onderlinge kwaliteitsverschillen groot. Te groot, volgens Van Oostveen. Daarom zocht de KNVB toenadering tot Belgie. “Een gezamenlijke competitie kan het vrouwenvoetbal een stevige boost geven, zowel daar als hier.†Een BeNe-competie voor mannen is nog een brug te ver, zegt de voetbalbestuurder. “Beide competities draaien goed; dan ontbreekt de urgentie.†De urgentie voor Oranje om optimaal te presteren op het naderende EK is er wel. Voor Van Oostveen wordt het toernooi in Polen en Oekraine zijn eerste als eindverantwoordelijke. Als projectleider deed hij er al drie. “Die hectiek zal ik zeker missen. Toch verheug ik mij er enorm op. Voetbal is verslavend en winnen al helemaal.â€
Leidinggeven aan een betaalde voetbalorganisatie is geen sinecure. Maar baas van het bestuur betaald voetbal van de KNVB is ook geen luizenbaan. Dat ondervond Bert van Oostveen toen hij in 2010 – midden in de economische crisis – de scepter overnam van Henk Kesler. Veel voetbalclubs presenteerden dat jaar rode cijfers. “Toch is dit een momentopname. Ik merk dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen en dat voetbal in Nederland nog lang niet aan het plafond zit.â€
oost-gelderland business | nummer 1 | maart 2012
oost-gelderland business | nummer 1 | maart 2012