Registratie en vakbeursbezoek in Nederland

Verschenen in Oost-Gelderland Business nr 1 2014

onderzoek

Registratie en vakbeurs-bezoek in Nederland

Op basis van geaggregeerde registratiedata van 46 vakbeurzen in de periode 2012–2013 heeft N200 een beeld geschetst van het opkomstgedrag van vakbeursbezoekers in Nederland en een profiel vast kunnen stellen van het daadwerkelijke bezoek.

Naast profielgegevens is ook gekeken naar registratiegedrag. In totaal zijn de gegevens geanalyseerd van bijna 500.000 online als bezoeker geregistreerde personen en ruim 327.000 bezoekers.

Het idee om registratiedata van Nederlandse vakbeurzen te analyseren, kwam voort uit een soortgelijke analyse die is uitgevoerd op verzoek van de Engelse branchevereniging, Association of Exhibition Organisers. De resultaten hiervan zijn in oktober 2013 gepresenteerd. Met de analyse van de Nederlandse situatie meent N200 een zelfde bijdrage te kunnen leveren aan de kennis over beurzen in Nederland.

Voor alle 46 vakbeurzen is gebruik gemaakt van de registratiesoftware van N200. Middels deze software kan iedereen zich registreren die iets te maken heeft met een beurs. Voor de analyse naar opkomst hebben we alleen gekeken naar personen die zich online als bezoeker hebben geregistreerd. De gegevens over de bezoekers hebben betrekking op alle online als bezoeker geregistreerde personen, vanaf nu geregistreerden, die daadwerkelijk de beurs hebben bezocht plus de bezoekers die zich on-site hebben geregistreerd, vanaf nu bezoekers.

Registratie en opkomst

61% van de geregistreerden komt ook daadwerkelijk naar de beurs. De rest ziet er om wat voor reden dan ook toch vanaf. De geregistreerden die daadwerkelijk naar de beurs komen, vormen voor 92% het totale aantal vakbeursbezoekers. De overige 8% zijn de bezoekers die zich op locatie hebben geregistreerd

Kijken we naar het moment van registratie, dan blijkt dat hoe eerder de registratie heeft plaatsgevonden hoe lager de opkomst is. Voorbeeld: van de geregistreerden die zich niet eerder dan 1 week voor de beurs hebben geregistreerd komt 67% opdagen. Van de geregistreerden die zich langer dan 3 maanden voor de beurs hebben geregistreerd, komt maar 37% naar de beurs. Verder is gebleken dat personen die zich hebben geregistreerd met behulp hun social media een hogere opkomst laten zien (70%) dan degenen die dat niet hebben gedaan (61%).

Registratie via een profiel van LinkedIn, Facebook, Google+ of Twitter, is nog zeer bescheiden (1%). Wel zien we dat jongere bezoekers dit veel vaker doen dan de ouderen. De komende jaren mag dan ook verwacht worden dat het gebruik van deze wijze van registreren zal toenemen.

Het moment waarop de bezoeker zich registreert, kan eerder laat dan vroeg genoemd worden. Ruim een kwart registreert zich zelfs tijdens de beurs en 16% doet dat op de dag van bezoek (inclusief de 8% die zich on-site heeft geregistreerd). Daarnaast blijkt ruim de helft zich niet langer dan een maand voor de beurs te registreren. Kortom, ongeveer vier op de vijf bezoekers heeft zich niet langer dan een maand voor de beurs geregistreerd.

Buitenlandse bezoekers registreren zich eerder dan de Nederlandse bezoekers en hoe

jonger de bezoeker, des te later het moment van registratie.

Geslacht

De opkomst onder mannen is een iets dan onder vrouwen. De verhouding online/on-site registratie is onder mannen en vrouwen gelijk. Uiteindelijk komen er veel meer mannen dan vrouwen naar een vakbeurs in Nederland. Uit Nederland komen in verhouding wat vaker vrouwen dan uit het buitenland. Hoewel mannen vaker beslissingsbevoegd zijn, is de overgrote meerderheid van de vrouwelijk bezoekers ook betrokken bij aanschaf. Het grootste verschil zien we echter ten aanzien van leeftijd. Vooral de bezoekers tot 25 jaar zijn veel vaker vrouw en onder de 25-34 jarigen treffen we ook nog vaker dan gemiddeld vrouwen aan. De vraag is alleen of we te maken hebben met de feminisering van het vakbeursbezoek of dat vrouwen door het krijgen van kinderen vanaf een bepaalde leeftijd vaker afhaken. De tijd zal het leren.

Leeftijd

Hoewel het verschil niet heel groot is, kunnen we toch duidelijk zien dat naarmate de geregistreerde ouder wordt, de opkomst lager is. Voorbeeld: van de geregistreerden tot 25 jaar komt 67% ook daadwerkelijk naar de beurs. Bij de 55-plussers is dat 56%. De verhouding online/on-site registratie verschilt niet noemenswaardig tussen de verschillende leeftijdscategorieën.

De gemiddelde leeftijd van de vakbeursbezoeker is 42 jaar. Generatie X maakt nog in grote getale de dienst uit op de Nederlandse vakbeurs, want 72% van de bezoekers is 35 jaar of ouder. De Nederlandse bezoeker is wat jonger dan de buitenlandse bezoeker en het zal ook niemand verbazen dat de twintigers minder vaak beslissingsbevoegd zijn dan hun oudere medebezoekers. We zien dat vanaf 35 jaar de mate van betrokkenheid bij het aanschafproces min of meer gelijk blijft.

Herkomst

Ten aanzien van de herkomst zijn de verschillen groot. De opkomst onder geregistreerden uit Europa is aanmerkelijk hoger (71%) vergeleken met geregistreerden uit Nederland (58%) en uit landen buiten Europa (55%). Het is ook om die reden dat de opkomst bij internationale vakbeurzen hoger is dan bij nationale vakbeurzen. Wellicht opvallend is wel dat buitenlandse bezoekers zich iets vaker on-site hebben geregistreerd dan Nederlandse bezoekers.

29% van het vakbeursbezoek in Nederland komt uit het buitenland. Alle landen van de wereld zijn minimaal 1 keer aangetroffen in het databestand. De meeste buitenlandse bezoekers komen uit Europa, waarbij Duitsland het meest vertegenwoordigd is. Komen de Nederlanders in bijna alle gevallen 1 dag naar de beurs, bij de buitenlanders legt 52% een meerdaags bezoek af. Dat betekent dan ook minimaal 1 overnachting, wat een mooie spin-off is naar de omliggende horeca.

Beslissingsbevoegdheid

Personen die betrokken zijn bij aanschaf laten een iets hogere opkomst zien dan de niet-beslissers. Tussen de verschillende gradaties van bevoegdheid zit geen noemenswaardig verschil in opkomst. Bij eindbeslissers zien we min of meer hetzelfde opkomstpercentage als bij medebeslissers. Bezoekers die betrokken zijn bij aanschaf registreren zich iets vaker online dan de niet-beslissers.

82% is betrokken bij aanschaf van producten en diensten zoals die op de desbetreffende beurzen worden aangeboden. 36% van alle bezoekers heeft als eindbeslisser de hoogste beslissingsbevoegdheid. Relatief veel buitenlandse bezoekers hebben de eindverantwoordelijkheid bij aanschaf. Het totale aandeel betrokkenen bij aanschaf is onder het Nederlands bezoek nagenoeg gelijk aan het buitenlands bezoek. Eindbeslissers zijn in verhouding vaker op de beurs geattendeerd door de organisatoren.

Bedrijfsomvang

De verschillen naar bedrijfsomvang zijn klein. Relatief de laagste opkomst zien we bij bedrijven met minder dan 10 werknemers en de hoogste opkomst bij bedrijven met 10 tot 50 werknemers. De bedrijfsgrootte is niet van invloed op het wel of niet online registreren.

Tweederde van de bezoekers vertegenwoordigt een bedrijf van minimaal 10 werknemers en ruim een derde van het bezoek heeft minimaal 50 collega’s. Kijken we naar de Nederlandse bezoekers, dan zien we dat 60% een bedrijf van minimaal 10 medewerkers vertegenwoordigt. Dat is weliswaar iets minder dan het buitenlands bezoek, maar veel meer vergeleken met het totale Nederlandse bedrijfsleven dat voor minder dan 10% bestaat uit bedrijven met minimaal 10 personen, wat met name komt door de vele eenmansbedrijven. Blijkbaar is het voor grotere bedrijven in verhouding efficiënter en effectiever om een beurs te bezoeken dan voor kleine bedrijven.

Bezoekdag

Bij kortdurende beurzen (1 of 2 dagen) is de opkomst duidelijk lager dan bij beurzen die 3 of 4 dagen duren. Dat is te verklaren doordat hoe langer een beurs duurt, des te meer gelegenheid iemand heeft om te komen en dus des te groter de kans dat die persoon ook komt. Verder blijkt dat hoe langer een beurs duurt, des te meer bezoekers zich in verhouding online hebben geregistreerd.

Bij 2- en 3-daagse beurzen wordt doorgaans de eerste dag het best bezocht. Bij 4-daagse beurzen zien we dat het aantal bezoekers toeneemt tot de derde dag en dan weer afneemt. De buitenlandse bezoekers komen veel vaker op de eerste beursdag. Beslissers en niet-beslissers verschillen niet of nauwelijks op dit punt en dat geldt ook voor de sekse en de verschillende leeftijdscategorieën.

oost-gelderland business | nummer 1 | maart 2014

Naast profielgegevens is ook gekeken naar registratiegedrag. In totaal zijn de gegevens geanalyseerd van bijna 500.000 online als bezoeker geregistreerde personen en ruim 327.000 bezoekers.

Het idee om registratiedata van Nederlandse vakbeurzen te analyseren, kwam voort uit een soortgelijke analyse die is uitgevoerd op verzoek van de Engelse branchevereniging, Association of Exhibition Organisers. De resultaten hiervan zijn in oktober 2013 gepresenteerd. Met de analyse van de Nederlandse situatie meent N200 een zelfde bijdrage te kunnen leveren aan de kennis over beurzen in Nederland.

Voor alle 46 vakbeurzen is gebruik gemaakt van de registratiesoftware van N200. Middels deze software kan iedereen zich registreren die iets te maken heeft met een beurs. Voor de analyse naar opkomst hebben we alleen gekeken naar personen die zich online als bezoeker hebben geregistreerd. De gegevens over de bezoekers hebben betrekking op alle online als bezoeker geregistreerde personen, vanaf nu geregistreerden, die daadwerkelijk de beurs hebben bezocht plus de bezoekers die zich on-site hebben geregistreerd, vanaf nu bezoekers.

Registratie en opkomst

61% van de geregistreerden komt ook daadwerkelijk naar de beurs. De rest ziet er om wat voor reden dan ook toch vanaf. De geregistreerden die daadwerkelijk naar de beurs komen, vormen voor 92% het totale aantal vakbeursbezoekers. De overige 8% zijn de bezoekers die zich op locatie hebben geregistreerd

Kijken we naar het moment van registratie, dan blijkt dat hoe eerder de registratie heeft plaatsgevonden hoe lager de opkomst is. Voorbeeld: van de geregistreerden die zich niet eerder dan 1 week voor de beurs hebben geregistreerd komt 67% opdagen. Van de geregistreerden die zich langer dan 3 maanden voor de beurs hebben geregistreerd, komt maar 37% naar de beurs. Verder is gebleken dat personen die zich hebben geregistreerd met behulp hun social media een hogere opkomst laten zien (70%) dan degenen die dat niet hebben gedaan (61%).

Registratie via een profiel van LinkedIn, Facebook, Google+ of Twitter, is nog zeer bescheiden (1%). Wel zien we dat jongere bezoekers dit veel vaker doen dan de ouderen. De komende jaren mag dan ook verwacht worden dat het gebruik van deze wijze van registreren zal toenemen.

Het moment waarop de bezoeker zich registreert, kan eerder laat dan vroeg genoemd worden. Ruim een kwart registreert zich zelfs tijdens de beurs en 16% doet dat op de dag van bezoek (inclusief de 8% die zich on-site heeft geregistreerd). Daarnaast blijkt ruim de helft zich niet langer dan een maand voor de beurs te registreren. Kortom, ongeveer vier op de vijf bezoekers heeft zich niet langer dan een maand voor de beurs geregistreerd.

Buitenlandse bezoekers registreren zich eerder dan de Nederlandse bezoekers en hoe

jonger de bezoeker, des te later het moment van registratie.

Geslacht

De opkomst onder mannen is een iets dan onder vrouwen. De verhouding online/on-site registratie is onder mannen en vrouwen gelijk. Uiteindelijk komen er veel meer mannen dan vrouwen naar een vakbeurs in Nederland. Uit Nederland komen in verhouding wat vaker vrouwen dan uit het buitenland. Hoewel mannen vaker beslissingsbevoegd zijn, is de overgrote meerderheid van de vrouwelijk bezoekers ook betrokken bij aanschaf. Het grootste verschil zien we echter ten aanzien van leeftijd. Vooral de bezoekers tot 25 jaar zijn veel vaker vrouw en onder de 25-34 jarigen treffen we ook nog vaker dan gemiddeld vrouwen aan. De vraag is alleen of we te maken hebben met de feminisering van het vakbeursbezoek of dat vrouwen door het krijgen van kinderen vanaf een bepaalde leeftijd vaker afhaken. De tijd zal het leren.

Leeftijd

Hoewel het verschil niet heel groot is, kunnen we toch duidelijk zien dat naarmate de geregistreerde ouder wordt, de opkomst lager is. Voorbeeld: van de geregistreerden tot 25 jaar komt 67% ook daadwerkelijk naar de beurs. Bij de 55-plussers is dat 56%. De verhouding online/on-site registratie verschilt niet noemenswaardig tussen de verschillende leeftijdscategorieën.

De gemiddelde leeftijd van de vakbeursbezoeker is 42 jaar. Generatie X maakt nog in grote getale de dienst uit op de Nederlandse vakbeurs, want 72% van de bezoekers is 35 jaar of ouder. De Nederlandse bezoeker is wat jonger dan de buitenlandse bezoeker en het zal ook niemand verbazen dat de twintigers minder vaak beslissingsbevoegd zijn dan hun oudere medebezoekers. We zien dat vanaf 35 jaar de mate van betrokkenheid bij het aanschafproces min of meer gelijk blijft.

Herkomst

Ten aanzien van de herkomst zijn de verschillen groot. De opkomst onder geregistreerden uit Europa is aanmerkelijk hoger (71%) vergeleken met geregistreerden uit Nederland (58%) en uit landen buiten Europa (55%). Het is ook om die reden dat de opkomst bij internationale vakbeurzen hoger is dan bij nationale vakbeurzen. Wellicht opvallend is wel dat buitenlandse bezoekers zich iets vaker on-site hebben geregistreerd dan Nederlandse bezoekers.

29% van het vakbeursbezoek in Nederland komt uit het buitenland. Alle landen van de wereld zijn minimaal 1 keer aangetroffen in het databestand. De meeste buitenlandse bezoekers komen uit Europa, waarbij Duitsland het meest vertegenwoordigd is. Komen de Nederlanders in bijna alle gevallen 1 dag naar de beurs, bij de buitenlanders legt 52% een meerdaags bezoek af. Dat betekent dan ook minimaal 1 overnachting, wat een mooie spin-off is naar de omliggende horeca.

Beslissingsbevoegdheid

Personen die betrokken zijn bij aanschaf laten een iets hogere opkomst zien dan de niet-beslissers. Tussen de verschillende gradaties van bevoegdheid zit geen noemenswaardig verschil in opkomst. Bij eindbeslissers zien we min of meer hetzelfde opkomstpercentage als bij medebeslissers. Bezoekers die betrokken zijn bij aanschaf registreren zich iets vaker online dan de niet-beslissers.

82% is betrokken bij aanschaf van producten en diensten zoals die op de desbetreffende beurzen worden aangeboden. 36% van alle bezoekers heeft als eindbeslisser de hoogste beslissingsbevoegdheid. Relatief veel buitenlandse bezoekers hebben de eindverantwoordelijkheid bij aanschaf. Het totale aandeel betrokkenen bij aanschaf is onder het Nederlands bezoek nagenoeg gelijk aan het buitenlands bezoek. Eindbeslissers zijn in verhouding vaker op de beurs geattendeerd door de organisatoren.

Bedrijfsomvang

De verschillen naar bedrijfsomvang zijn klein. Relatief de laagste opkomst zien we bij bedrijven met minder dan 10 werknemers en de hoogste opkomst bij bedrijven met 10 tot 50 werknemers. De bedrijfsgrootte is niet van invloed op het wel of niet online registreren.

Tweederde van de bezoekers vertegenwoordigt een bedrijf van minimaal 10 werknemers en ruim een derde van het bezoek heeft minimaal 50 collega’s. Kijken we naar de Nederlandse bezoekers, dan zien we dat 60% een bedrijf van minimaal 10 medewerkers vertegenwoordigt. Dat is weliswaar iets minder dan het buitenlands bezoek, maar veel meer vergeleken met het totale Nederlandse bedrijfsleven dat voor minder dan 10% bestaat uit bedrijven met minimaal 10 personen, wat met name komt door de vele eenmansbedrijven. Blijkbaar is het voor grotere bedrijven in verhouding efficiënter en effectiever om een beurs te bezoeken dan voor kleine bedrijven.

Bezoekdag

Bij kortdurende beurzen (1 of 2 dagen) is de opkomst duidelijk lager dan bij beurzen die 3 of 4 dagen duren. Dat is te verklaren doordat hoe langer een beurs duurt, des te meer gelegenheid iemand heeft om te komen en dus des te groter de kans dat die persoon ook komt. Verder blijkt dat hoe langer een beurs duurt, des te meer bezoekers zich in verhouding online hebben geregistreerd.

Bij 2- en 3-daagse beurzen wordt doorgaans de eerste dag het best bezocht. Bij 4-daagse beurzen zien we dat het aantal bezoekers toeneemt tot de derde dag en dan weer afneemt. De buitenlandse bezoekers komen veel vaker op de eerste beursdag. Beslissers en niet-beslissers verschillen niet of nauwelijks op dit punt en dat geldt ook voor de sekse en de verschillende leeftijdscategorieën.

oost-gelderland business | nummer 1 | maart 2014

‘Erken belang ZZP’ers

voor economie Europa’

Europarlementariërs moeten de enorme groei van het aantal zzp'ers en hun belang voor de Europese economie erkennen.

Dat stelt de European Forum for Independent Professionals (EFIP), een groep van nationale verenigingen van zelfstandigen op Europees niveau. De Nederlandse ZZP-belangenclub PZO maakt deel uit van EFIP.

Het forum wil onder meer dat ZZP'ers betere toegang krijgen tot opleidingen en diensten, dat zij beter zichtbaar worden in officiële statistieken en dat er betere regelgeving komt die specifiek gericht is op zelfstandigen.

In sommige Europese landen is het aantal zogenoemde iPro’s (independent Professionals) met 93 procent gegroeid.

VVD en SP willen nepfacturen

aanpakken

Het sturen van nepfacturen moet harder worden aangepakt. Dat deelden Tweede Kamerleden Foort van Oosten (VVD) en Sharon Gesthuizen (SP) onlangs mee.

Binnenkort behandelt de Kamer de initiatiefwet hierover. De spooknota's kosten het bedrijfsleven naar schatting jaarlijks 400 miljoen euro.

Met de initiatiefwet die het sturen van valse facturen strafbaar moet stellen, moeten ondernemers “beter worden beschermd tegen oneerlijke handelspraktijken”, zegt Gesthuizen. “Er zitten goed georganiseerde bendes achter deze praktijken. Die moeten hard worden aangepakt”, aldus Van Oosten.

Ondernemers moeten verder beter worden voorgelicht, zodat ze valse facturen beter kunnen onderscheiden en niet in de val trappen, stellen de Kamerleden.

nieuws

oost-gelderland business | nummer 1 | maart 2014

Op de hoogte blijven van onze updates?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven
Achterhoek Business is een uitgave van Van Munster Media